Hoe heilig is ‘je’?
Stagiaires zeggen ‘u’ tegen me als ze bij ons komen werken. Kom ik dezelfde student tegen als verkoper in de jeans-shop dan ben ik ‘je’. Dat moet van het merk. ‘U’ is afstand en ‘je’ is dichtbij. Diverse opdrachtgevers van ons hanteren de stelregel: ‘Communiceer altijd in de jij-vorm’. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Voor onze workshop ‘Helder schrijven’ was onlangs OMO te gast. OMO staat voor Ons Middelbaar Onderwijs (OMO); de grootste vereniging van scholen die we in Nederland hebben. Het ‘Ons’ in de naam laat er geen twijfel over bestaan: hier heerst clubgevoel. En daar hoort ‘je’ bij.
Geen onderscheid tussen rector of conciërge
Vanuit het kantoor in Tilburg werkt OMO voor zo’n 35 scholen. Intern geldt de afspraak: rector of conciërge, docent of secretaresse; binnen onze vereniging spreken we iedereen met ‘je’ aan.
Onze workshops gingen van een leien dakje. Behalve dan dat ene spijkertje dat uitstak: het verplichte je en jij.
- “Als ik een brief krijg in de u-vorm, kan ik geen je-brief terugschrijven”.
- “Iemand condoleren die je niet kent, maar die wel een stuk ouder is? Dan krijg ik ‘je’ niet uit mijn strot.”
- “Ik vind het lastig om de leden van de raad van bestuur met je aan te schrijven.”
De meeste deelnemers knikten instemmend. En ook als workshopleiders voelden we begrip. Hoe rigide moet je zijn?
Niet knutselen
Vindt OMO ‘het clubgevoel’ binnen de vereniging van onderscheidend belang? En kiezen ze daarom bewust voor je en jij? Dan is dat de regel waar iedereen zich aan moet houden (die ene uitzondering daargelaten). Net zo min als iedereen naar eigen goeddunken aan de huisstijl kan gaan knutselen, moet ook de communicatie vormvast zijn.
Maar let op: ‘je’ moet wel natuurlijk voelen. Dat heeft alles met de cultuur te maken. Is er de losse sfeer die bij je en jij hoort? Doet de top van het management nadrukkelijk mee? Doen we leuke dingen samen? Delen we ongein, vreugde en verdriet met elkaar? Valt er wat te lachen? Dan volgen je en jij vanzelf.